Gebruik van dikke fractie digestaat in aardappelteelt

Vloeibaar digestaat en dunne fractie na scheiding worden veelvuldig toegepast op Vlaamse landbouwgrond. De dikke fractie afzetten is in Vlaanderen veel moeilijker: dit wordt meestal ingedroogd en/of verder verwerkt voor export. Dit is vooral omwille van de fosforinhoud, en de strenger wordende fosforbemestingsnormen. In de dikke fractie is de verhouding fosfor/stikstof nog minder gunstig dan bij vloeibaar digestaat. Nochtans bevat de dikke fractie een voor de bodem ook nuttige hoeveelheid organische stof. Dit wordt al te vaak ondergewaardeerd.

Wauters: “We zitten hier in een landbouwstreek die is gekenmerkt door lage fosforreserves in de bodem. Voor optimale gewasgroei moeten we kunstmeststoffen aankopen, en die worden steeds duurder. Traditioneel worden in deze regio veel slibs afgezet, en weinig tot geen dierlijke mest. Voor stalmest moeten we betalen, omdat er hiervan in de regio te weinig beschikbaar is. Naast nutriënten was ik ook op zoek naar organische stof. Ik liet een staal dikke fractie digestaat bezorgen van Guilliams Green Power, en het leek me een geschikt product: vrij homogeen en bovendien onderging het een hygiënisatie. In deze streek gebruiken we organische meststoffen na het oogsten van de granen, in de zomer dus. We zaaien traditioneel een groenbemester in zoals Gele mosterd of Phacelia en willen dan graag een bemesting meegeven. In het najaar groeit deze nog goed en neemt nog vlot de nodige stikstof op, die dan niet uitspoelt in de winter. Ik ga daarom ook deze zomer dikke fractie digestaat openspreiden op mijn percelen waarop ik volgend jaar aardappelen ga planten. In tegenstelling tot slib is de samenstelling NPK in dikke fractie digestaat zeer goed, en is het product ook voldoende los om vlot met de mestwagen uit te spreiden. Uit de analyses die Guilliams me bezorgde, leid ik af dat ik ongeveer 12 à 15 ton/ha kan gebruiken. Ik werk met bodemanalyses en een bemestingsadvies. Ik reken uit hoeveel meststoffen ik haal uit de organische meststof, en kan dan de rest aanvullen met andere, vaak minerale meststoffen. Die dikke fractie kan ook zeer gemakkelijk op de kopakker opgeslagen worden. Bij slibs durft dit wel al eens uitvloeien na een overvloedige regenbui. De dikke fractie echter is makkelijk stapelbaar. Het uitspreiden gaat zeer vlot en nadien wordt het product oppervlakkig ingewerkt. Naast aardappelen denk ik er ook aan om de dikke fractie toe te passen voor maïs, suikerbieten, spinazie en wortelen. We zitten hier op een zandleem tot leemgrond. Ook de organische stof uit dit product is nuttig om onze bodemhumusvoorraad te onderhouden. Guilliams heeft me verder ook kunnen overtuigen van de kwaliteit. Er is veel controle door verschillende instanties, en ik heb een kopie van het begeleidend document ontvangen. Hierop staan de erkenningen vermeld.”

Tot slot wenst Bernard Wauters ook nog het volgende mee te delen: “Ik heb wel grond in Vlaanderen, maar veel van mijn klanten zijn gevestigd in Wallonië”. We zien daar een grote vraag naar organische meststoffen, maar helaas kan het product niet naar Wallonië worden vervoerd.” Rohald Guilliams: “We zitten inderdaad vlak bij de grens met Wallonië. Transportkost is de meest bepalende factor bij de afzet. Het zou mooi zijn moesten we onze eindproducten ook naar Wallonië kunnen afzetten.”

Vlaco zet verder in op proefveldonderzoek en demo-proeven met verschillende digestaatproducten. Er zijn ook verdere karakterisatietesten voorzien, om meer informatie te verzamelen over de inhoud en de bemestingswaarde (als meststof), alsook de effectieve organische stofinhoud en humusopbouw in de bodem (als bodemverbeterend middel).