CurieuzeNeuzen in de Tuin - een stand van zaken

CN

Zo'n 5.000 burgerwetenschappers brachten in 2021 en 2022 de Vlaamse hitte, droogte en nattigheid in kaart aan de hand van een slimme bodemsensor in hun tuin. Het resultaat is een internationaal unieke dataset die inzicht geeft in de impact van extreme weersomstandigheden op ons tuinenlandschap én hoe we ons daartegen kunnen wapenen.

Privétuinen beslaan in Vlaanderen maar liefst 12,5 procent van de oppervlakte. Dat is ongeveer evenveel als alle Vlaamse bossen én natuurreservaten samen. Dat is een flink potentieel aan natuurlijk, leefbaar groen en regenwateropslag.

‘Hoe varieert het klimaat van tuin tot tuin? Waarom is de ene tuin warmer dan de andere? Waarom is de ene tuin droger dan de andere?’ Dat waren de vragen die onderzoeker Stijn Van de Vondel zich stelde voorafgaand aan het CurieuzeNeuzenonderzoek. Hoe meer data verzameld kunnen worden, hoe nauwkeuriger het antwoord. En voor die vele data zocht hij de hulp van alle burgers in Vlaanderen.

CN

5.000 slimme bodemsensors - oftewel gazondolken - waren er te verdelen. Ruim 50.000 Vlaamse gezinnen stelden zich kandidaat om mee te werken. De reactie op de oproep overtrof dan ook alle verwachtingen. Aan de hand van alle tuinpaspoorten met gegevens over onder andere grootte van de tuin, maaifrequentie van het gazon en aanwezigheid van waterelementen, werd algoritmisch de grootst mogelijke variatie aan tuinen geselecteerd, zodat een wetenschappelijke en statisch onderbouwde selectie is bekomen.

De gazondolken maten de luchttemperatuur (12 cm boven de gazonbodem), de bodemvochtigheid (net bij het maaiveld) en de bodemtemperatuur (10 cm onder het maaiveld). Door zowel in 2021 als 2022 metingen uit te voeren, bekwam men gegevens van twee heel verschillende jaren:  2021 met de natste zomer en 2022 met de droogste zomer ooit gemeten in België.

De verwerking van al de gegevens zal enkele jaren in beslag nemen. Maar er zijn nu al heel wat interessante conclusies te trekken.

Luchttemperatuur - Bodemtemperatuur

Zijn steden echt zoveel warmer dan landelijke dorpen?

Op warme dagen is er regionaal - stedelijk vs. landelijk - niet zoveel verschil in bodemtemperatuur te merken, maar is er duidelijk wel een lokaal effect op basis van aanpak en aanplant in de tuin.

  • Minder frequent gazon maaien zorgt voor gemiddeld 3,0°C minder
  • Tuinen met (>5) bomen zijn gemiddeld 1,0°C koeler.
  • Met een haag is de tuin gemiddeld een 0,5°C koeler.

En ’s nachts dan?

Tijdens warme nachten speelt de regionale factor wel heel sterk. Bij het in kaart brengen van de metingen van de luchttemperatuur tijdens een warme zomernacht, komt het stedelijk hitte-eilandeffect duidelijk tot uiting, met een verschil van gemiddeld 2,0°C. Dat verschil is te verklaren door de warmte die zich ’s nachts verspreid en blijft hangen tussen de gebouwen en door de afstraling van verhard oppervlakken.

In een stedelijke tuin blijken bomen en struiken weinig impact te hebben en overheerst het hitte-eilandeffect.

Bodemvochtigheid

Kan een tuin veel water stockeren?  Of anders, hoe staat het met zijn sponskracht?

Ontharde tuinen hebben meer infiltratieruimte en scoren uiteraard erg goed in wateropname, ongeacht of die nu in een landelijke of stedelijke omgeving liggen. Het is ook voor de hand liggend dat het neerslagpatroon van invloed is op de hoeveelheid opgenomen regenwater. Motregen is ecologisch interessanter omdat de tuin dan meer procent regenwater kan opnemen dan bij een hevige regenbui. En of je tuin droogtebestendig is, is vooral afhankelijk van het ‘startkapitaal’ (bodemvocht) aan het begin van de droogteperiode. Een kleirijke tuin kan gemiddeld 7,6% meer water vasthouden dan een zandige ondergrond. En tuinen waar het gras langer mag worden, kunnen droge periodes een pak beter aan dan gazons die korter dan 5 cm gemaaid worden. Tuinen met (veel schaduw van) bomen zijn beter bestand tegen droge periodes.

Is er een link met het organische koolstofgehalte (OS) in de bodem?

Zeker en vast. Een bodem rijk aan organische stof (3-3,5% OS) stockeert 3 tot 3.5% meer vocht en is 3 tot 3.5°C frisser dan een armere bodem (1-1,5% OS) in de zomerperiode (ref. ’22).

Wat hebben we geleerd?

  • Zet bomen is als natuurlijke parasols: bomen verdampen water en zorgen voor een verkoelende luchtstroom.
  • Onthard zo veel mogelijk: een gemiddelde tuin is voor één vierde verhard, de resterende tuinbodem krijgt veel meer te slikken bij een regenbui.
  • Baken de tuin af met een groene/levende afsluiting: een stenen muur blijft warmte afgeven.
  • Wees een luie tuinier: laat het gras groeien voor verkoeling en bescherming tegen uitdroging.

Laat het afgemaaide gras liggen: het brengt meer koolstof in de bodem.

Dus wie kringlooptuiniert, is best wel goed bezig om het (lokale tuin)klimaat leefbaar te houden?

Wees daar maar zeker van! Mulchen, compost gebruiken, vaste planten en bodembedekkers toepassen, hagen voorzien en je gras wat langer laten groeien. Het zijn allemaal factoren die – op basis van dit burgerwetenschappelijk onderzoek – inderdaad een positieve significante impact blijken te hebben op het tuinklimaat. Een mooie stimulans voor ons en voor onze leden (gemeenten, afvalintercommunales en producenten) om op de huidige weg te blijven verder gaan.